maandag 14 september 2009

"Wat honden zien, ruiken en weten"


Een fout die we soms maken is dat wij mensen de hond te veel zien als een bijna-mens, dat we de wereld van de hond – die grotendeels onze wereld is – te veel met mensenogen en –hersenen bekijken. Daarom ben ik altijd blij, wanneer ik nog eens een boek kan lezen, waarin dat niet gebeurt.

Het boek van Alexandra Horowitz “Inside of a Dog: What Dogs See, Smell, and Know” is er zo een. Ze kruipt in het wezen en onder de huid van een hond, “om te zien wat zij zien, hoe de wereld is vanuit hondenperspectief". Je kan het ook kort samenvatten met de visionaire boektitel van John Fisher: think dog.

Hoe hard we ook proberen, onze omgeving bekijken vanuit een honds standpunt is niet altijd even makkelijk. We zijn immers gewend om die omgeving vanuit onze eigen ervaringen te interpreteren. Neem nu een roos. Wij zien een mooi gevormde, lekker ruikende bloem die we met goede intenties aan iemand kunnen geven… En voor een hond? De schoonheid laat hem koud, de kleur is irrelevant want moeilijk te zien en de geur zegt hem ook al niks.

Alleen wanneer de bloem écht interessant zou ruiken, bijvoorbeeld naar urine van een andere hond, komt deze roos tot leven. Een hamer? Bestaat niet voor een hond. Hij kan het voor niks gebruiken en dus is een hamer niet interessant. Tenzij er geur op zit van een andere hond of mens. Of om op de houten steel te kauwen.

Honden willen en zoeken naar totaal iets anders dan mensen. Om te begrijpen waar ze mee bezig zijn, moeten we intellectueel op vier poten gaan staan en met onze neus denken, schrijft Horowitz. Ok, dat wisten we al: voor honden is de neus zeer belangrijk. Ze gebruiken hem ook veel beter dan wij. Alleen al de fysische vergelijking doet duizelen: een beagleneus bevat 300 miljoen geurreceptoren, een mensenneus maar 6 miljoen. Mensen moeten eerst uitademen, vooraleer ze opnieuw kunnen inademen. Honden niet. Die ademen in, trekken de geur dieper in de neus en laten tegelijk lucht ontsnappen. Ze houden niet alleen veel meer geur vast dan wij, ze zijn in staat om die geurinformatie voortdurend te verversen met bijkomende geur.

Hoe bepaalt die sterke neus nu hun eigen hondse perspectief op de omgeving? Een van Horowitz’ interessante opmerkingen is hoe zelfs het begrip ‘tijd’ voor honden geur-gerelateerd is: “Geur is tijd”. Geuren worden minder sterk na een tijd, dus betekenen sterke geuren nieuwe dingen. Zwakke geuren wijzen op verleden tijd. Maar honden ruiken ook wat de toekomst brengt, via de geur die wordt meegevoerd door de wind die uit de richting komt waar je net naar toe gaat.
Terwijl wij rondkijken in het heden, kijkt de hond verder dan zijn neus lang is. Hij ruikt en registreert wat er nu gaande is, wat er even voordien nog gebeurde en wat er nog staat te gebeuren. Da’s pas een omgevings-ervaring!

(via NYTIMES)
Lees een fragment: Excerpt: ‘Inside of a Dog: What Dogs See, Smell, and Know’
INSIDE OF A DOG, What Dogs See, Smell, and Know
By Alexandra Horowitz, 353 p. Scribner.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten